Probeer jouw gedachte te vervangen door een minder erge gedachte. Stel er een positieve gedachte tegenover! Bedenk een onschuldige of eenvoudige verklaring voor de lichamelijke sensaties of de pijn die je voelt.
Bijvoorbeeld: Waarom heb ik hoofdpijn: ik heb vannacht slecht geslapen. Ik heb hartkloppingen: ik ben bang en dan is het normaal dat mijn hartslag versnelt.
Bijvoorbeeld: Waarom heb ik hoofdpijn: ik heb vannacht slecht geslapen. Ik heb hartkloppingen: ik ben bang en dan is het normaal dat mijn hartslag versnelt.