In onze persoonlijkheidsontwikkeling hebben we beelden opgebouwd.
* Het beeld dat je hebt van de ander.
* Het beeld dat je hebt van jezelf in contact met de ander.
* Het bepaalde gevoel dat je hebt in de omgang met de ander.
Voorbeeld: Je ontmoet iemand die veel ruimte in neemt in een gesprek, die veel aan het woord is, makkelijk praat en overal oplossing voor heeft.
Je bent onder de indruk van deze persoon, die persoon heeft kennis van zaken en is daadkrachtig (het beeld dat je hebt van de ander) en je denkt;
‘ik houd me maar even stil, want hier kan in kan niet aan tippen (beeld dat je van jezelf hebt in contant met de ander).
Het gevoel dat je erbij kunt hebben is;
‘ik heb niet zoveel te bieden, wie zit er op mij te wachten, ik wil wel wegkruipen (gevoel dat je hebt in de omgang met de ander).
Gedachten kunnen verbonden zijn aan gevoelens van angst, boosheid gericht op jezelf of de ander.
Je zelfbeeld kan beïnvloed zijn door de mate waarin je als kind vertrouwen, erkenning en liefde hebt ervaren.
Wanneer je als kind vaak bent afgeremd in je initiatieven, kan het zijn dat je weinig zelfvertrouwen hebt kunnen ontwikkelen. Als je weinig erkenning hebt ervaren voor wat jij als kind belangrijk vond kun je minder overtuigd zijn dat jouw mening er toe doet.
Bij vervelende steeds terugkerende gedachten is het interessant om uit te zoeken waar deze gedachten, gebeurtenissen in je levensgeschiedenis raken.
Bijvoorbeeld door terug te kijken naar je kindertijd kun je tot de ontdekking komen dat je jezelf teveel hebt moeten aanpassen, je soms niet veilig hebt gevoeld, teveel hebt moeten moeten geven wat niet passend was bij je leeftijd enz..